Bloemen houden van mensen
Mijn jeugd heb ik doorgebracht op het Zonneplein in Amsterdam-Noord. Daar stond ons huis. Op de hoek van het plein. Onder het kruip-door-sluip-door huis was de winkel van mijn moeder. Op de pui in grote vrolijke gele letters de naam: de Zonnebazar. En dat was het. Ongeveer rond 10 uur open en koffie aan de houten ronde tafel in een hoekje van de zaak. In mijn geheugen danste mijn moeder altijd fluitend door de winkel. Bezig spulletjes te verschuiven van de ene naar de andere kant om een mooie etalage te maken. Van alles kon je er vinden: een prachtig porseleinen potje, LP van de Rolling Stones of roze wasdraad in een rol van 10 meter. Gezellig was het er. De meeste koffiedrinkers waren geen kopers. Ze kwamen voor een praatje en voor het opgewekte humeur van mijn moeder. Een goed begin van de dag.
Vanuit onze huiskamer op de eerste etage keek je zo op ‘t Zonnehuis en de rozenperken op het midden van het plein. ’t Zonnehuis was en is de verzamelplaats voor de buurt. Daar had ik mijn eerste balletuitvoering, ging ik op woensdagmiddag knutselen, ging de rode loper uit voor de deelnemers aan de talentenjacht en vonden bokswedstrijden plaats. En daarbij was het eens per maand, op zondag, een filmhuis.
Op de eerste rij zat ik daar, vanuit huis, op die eerste etage. Eens per jaar werden er langs de rozenperken vier enorme hoge palen neergezet met stoeltjes erop. Daar gingen ze dan zitten. Dagen en nachten zaten ze daar: de paalzitters. Ze keken neer op de rozen en op de mensen die langsliepen voor hun dagelijkse boodschappen, die hun hondje uitlieten of onderweg waren naar hun werk. Ze lazen de krant en er werd voor ze opgetreden door de fanfare. Ze keken in de vroege ochtend even op wanneer Groenteboer Geerts zijn kratten buiten opstapelde. Soms zat er iemand met een meegenomen klapstoeltje onder de paal, een gesprek met een van de deelnemers te voeren. Eten en drinken werd omhoog gebracht en de enige reden om naar beneden te komen was een hoognodig toiletbezoek. Dan werd er een lange ladder tegen de paal gezet ondersteund door twee mensen van de organisatie. Toevallige passanten bleven dan even staan. Want was het een toiletstop of gaf de deelnemer op?
Het plein was mijn speelterrein. De rozenperken die verspreid over het plein lagen, waren een goede verstopplek en een bron van experimenten. De doornen van de gele rozen op je gezicht plakken of de roze rozenblaadjes verzamelen voor zelfgemaakte parfum en verf. Bloemen zijn voor mij onmisbaar. De kleuren, geuren, vormen. Elke bloem is uniek. Een bloemenschilderijtje bij de kringloop. Daar kan ik geen nee tegen zeggen. Kussens vol bloemen, een rugzak, portemonnee, sleutelhanger. Geen bloem is te veel. Dus heel begrijpelijk dat ik verzot ben op de creaties van Huisteil. De nieuwe collectie is weer zo vrolijk en kleurrijk. Daar kun je elke dag goed mee beginnen!